Ik was ingelijfd bij het leger van kleine bedriegertjes…

“Maar plotseling,als ik het minst verwacht,overvalt het me weer.
Het besef dat het leven maar heel kort is,en de dood onverwacht,is zo diep tot me doorgedrongen,dat ik een schok voel van verbazing als ik mensen zie die geld en bezittingen opstapelen,alsof het leven eeuwig zal duren.

Toen ik na een dag of veertien weer naar school ging,waren de kinderen en de juffrouw heel lief.
Voor hun vriendelijkheid voelde ik echter een vage angst en ik kon haar niet meer zoals vroeger spontaan aanvaarden.
Ik had voor het eerst in mijn leven ondervonden wat onrechtvaardigheid en bedrog was en ik had er bitter onder geleden.
Maar het was nog maar het begin van een lange reeks ervaringen die zouden volgen.
Langzaam,heel langzaam leerde ik en begon mij rekenschap te geven van wat er om mij heen gebeurde.
Ik leerde dat datgene die tegen algemeen aanvaarde normen ingaat,alleen komt te staan en dat middelmatigheid een zekere veiligheid verschaft.
Ik zocht wijsheid en vond slechts bekrompenheid.
Ik droomde van loyaliteit en vond slechts verraad

Hoe kwaad en heftig kon ik de mensen waar ik van hield en die zich mijn vrienden noemden,aanvallen als ik hoorde dat ze achter mijn rug kwaad van me gesproken hadden.
En toch was het mijn eigen schuld.
Iedereen waar ik van hield idealiseerde ik en ik zag in hen de puurste en nobelste wezens die er bestonden. Ik duldde niet dat iemand kritiek op hen uitoefende.
Veel teleurstellingen moest ik ondervinden,voordat ik begreep dat z’on loyale vriendschap als ik bedoelde niet bestond.

Voor het spontane kind dat ik geweest was,werd ik een uiterlijk koele en beheerste jonge vrouw,die angstvallig haar ware gevoelens verborg.
Ik had gezien hoe banale en domme mensen het waagden achteloos met mijn moeder om te gaan,omdat hun fantasieloze geest niets begreep van haar fijngevoeligheid,en dat ze hulpeloos was tegen hun arrogante optreden.
Naderhand zag ik dat er veel van zulke mensen zijn.
Ze nemen aan dat ze alles weten omdat ze niets weten,ze twijfelen nooit omdat ze niet denken en in hun zelfvoldaanheid veroordelen ze iedereen die anders is dan zij.

Ik constateerde dat leedvermaak sterker is dan gevoelens van vriendschap.
De ene kinderlijke illusie na de ander moest ik opgeven en begon te begrijpen dat de mens op zichzelf aangewezen is,dat hij in zichzelf een doel moet zoeken om een zekere rust te vinden.”

 

Passage uit De Grote Zaal van Jacoba van Velde

mail
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *